Kan mijn dorp een ‘slim dorp’ worden?
Het begrip ‘Smart City’ of ‘slimme stad’ wordt vaak in verband gebracht met een grote stad of toch zeker een stad met een bepaalde omvang. De afstand tussen de voorbeelden in de pers (Mexico, Parijs, Madrid, New York …) en de realiteit in Wallonië is dan ook vaak erg groot.
Maar kunnen echt alleen grote steden "Smart" zijn ?
Alles hangt natuurlijk af van hoe we ‘smart’ of ‘slim’ definiëren. Als de slimme doelstellingen van een stad of een gemeente erin bestaan de efficiëntie ervan te vergroten, haar dichter bij de burgers te brengen en hen innoverende diensten aan te bieden, dan kan om het even welke Belgische gemeente een voorbeeld van een ‘smart city’ of zelfs ‘smart village’ zijn.
In het manifest van de Smart Villages vinden we een interessante definitie van wat een ‘smart village’ precies is. “Het slimme dorp is het gebied dat erin slaagt de troeven van kleinschaligheid te kruisen met efficiënte en moderne diensten voor de bevolking. Het slimme dorp wijst de verschijnselen van stadsconcentratie en het ermee gepaard gaande onbehagen af: eenzaamheid, vervuiling, stress, armoede, delinquentie, gettovorming …, maar sluit aan bij het project om naar buiten te treden als een ruimte die kansen biedt om anders te leven, om beter te leven, door een evenwicht tot stand te brengen tussen stad en platteland”.
De Smart Village berust dan ook op een aantal grondbeginselen :
- Een verbonden gebied.
- Een levenskwaliteit die aansluit bij de logica van de bescherming van de leefomgeving en de habitat (ecowijk …) en de dynamiek van korte circuits.
- Een streven om te ondernemen op lokale of wereldwijde schaal en tegelijk voordeel te halen uit een kwaliteitsvolle communicatiestructuur.
- Een proactieve en participatieve benadering van de burgers, die bevorderlijk is voor de creatie en de wisselwerking tussen netwerken.
- Een modern bestuur dat op innoverende wijze diensten verleent aan de burgers (website, e-loket …).
Hoe kan dat alles werkelijkheid worden ?
Er bestaan al heel wat oplossingen op de markt, die functioneren volgens een abonnementsformule per meeteenheid (aantal inwoners, aantal meetpunten …) of volgens de grootte van de stad of de gemeente. Gewoonlijk worden die oplossingen gehost in de cloud en is mutualisatie het bedrijfsmodel.
Ook in Wallonië bestaan er al tal van voorbeelden: Opinum met zijn platform Opisense voor het verzamelen en verwerken van energiegegevens, Nearshop voor de promotie van de lokale handel, LetsgoCity dat dynamiek verleent aan uw lokale wisselwerking met de burgers of Betterstreet in het kader van het beheer van de openbare ruimte. De leefbaarheid van die oplossingen blijft echter een probleem dat soms dient te worden behandeld door de bestuurders van de steden en gemeenten.
Het aandeelhouderschap of de strategische partners van die oplossingen kunnen een goede waardemeter zijn om de maturiteit van die start-ups en de evolutie ervan op lange termijn te beoordelen. De grote spelers die hun competenties en imago met een dergelijk ecosysteem in verband brengen, hebben er immers alle belang bij dat het model naar behoren werkt. We mogen immers niet uit het oog verliezen dat de toegevoegde waarde van die industriëlen grotendeels bestaat in de valorisatie van hun backends dankzij de vernieuwende oplossingen die de start-ups aanbieden.
Een tweede hefboom blijft de empowerment van het gemeentelijk personeel dat uiterst efficiënt kan blijken indien het voldoende vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt. Zo beschikt de gemeente Wasseiges over een bijzonder actief en dynamisch plan voor sociale cohesie (PCS, Plan de cohésion social) dankzij de betrokkenheid en de motivatie van haar animatrice. Een Facebook-pagina en enkele tools voor kantoorautomatisering volstaan al om bijzonder bemoedigende eerste resultaten te behalen.
Reactie toevoegen